Velleman CS5MXP Datasheet Page 22

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 65
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 21
CS5MXP VELLEMAN
- 22 -
Werken met de CS-5MXP
Controleer vóór u begint te zoeken of de batterijen nog in goede staat zijn. Controleer dit ook
meermaals tijdens het zoeken. Oplaadbare batterijen zijn minder goed te controleren, zorg er
dus steeds voor dat ze volledig opgeladen zijn voor u gedurende langere tijd gaat zoeken, of
neem een reserveset mee (zie Batterijen). Het toestel kan mogelijk nog enige tijd met
verminderde gevoeligheid detecteren nadat werd aangegeven dat de batterijen “leeg” zijn.
Vervang of laad de batterijen toch zo snel mogelijk.
Gebruik indien mogelijk een hoofdtelefoon. Hierdoor gaan de batterijen langer mee en
ondervindt u minder storing van omgevingsgeluiden.
(Het kan leerzaam zijn enkele voorwerpen zelf te begraven in een vrije strook grond en alzo de
reactie van de detector te observeren terwijl u de detectorkop op verschillende snelheden en bij
verschillende onderscheidingsniveaus over de strook heen beweegt.)
Grote stukken ijzer kunnen moeilijk genegeerd worden en kunnen verwarrende signalen
opleveren. Om te bepalen of het voorwerp van ijzer is of niet, kunt u de detector in de stand Alle
metalen zetten, door de Metaalgevoeligheid (= onderscheidingsvermogen) uit te schakelen, of
door de keuzeknop voor de stilstandmodus in te drukken. IJzeren voorwerpen leveren normaal
een sterker en een positiever signaal op dan goede voorwerpen.
Als u op het strand de stand Alle Metalen gebruikt, is het mogelijk dat de detector reageert op
het strand zelf. Als dit gebeurt, stel dan het ONDERSCHEIDINGS-niveau zo in, dat het strand
genegeerd wordt. Als u twijfelt aan de waarde van een gedetecteerd voorwerp, raden wij u aan
het altijd op te graven. Zo leert u de detector steeds beter kennen en krijgt u ook meer
zelfzekerheid.
DETECTIEBEREIK
Het detectiebereik is afhankelijk van de grootte van het voorwerp, het tijdstip waarop het
begraven werd, en het soort grond waarin het begraven is. Vaste grondsoorten leveren de
beste resultaten op. Muntstukken kunnen ook op grote diepte teruggevonden worden als ze
reeds een tijdje begraven zijn en gereageerd hebben met de zouten in de grond, waardoor ze
voor de detector groter lijken. De slechtste grond voor metaaldetectie is rulle of pas
omgewoelde grond. Voorwerpen die nog niet zo lang begraven zijn, zijn eveneens moeilijk op te
sporen. Ter informatie: 90% van alle kunstvoorwerpen worden gevonden op dieptes tot
ongeveer 15 cm.
P.S.: De CS-5MXP is heel goed voor diepzoeken, maar de verkeerde bodemsoort kan het
detectiebereik ernstig beperken.
GROOTTE EN DIEPTE VAN EEN VOORWERP BEPALEN
Eens de gebruiker zijn toestel goed kent, zal hij de afmetingen, de vorm en de diepte van een
voorwerp heel goed kunnen vaststellen voor hij begint te graven.
De techniek kunt u leren door de meter en de geluidssignalen van de detector aandachtig te
bestuderen. Luister altijd naar de specifieke kenmerken van elk signaal, bepaal de zone waarin
u een signaal krijgt, en probeer het voorwerp te “omlijnen” voor u begint te graven. Nadat u het
voorwerp hebt opgegraven vergelijkt u de grootte, de vorm, de diepte en de positie in de bodem
met de gegevens die u eerder uit het signaal had afgeleid. Naarmate u meer signalen grondig
heeft geanalyseerd, zult u leren het verborgen voorwerp te “lezen” voor u het opgraaft.
Page view 21
1 2 ... 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 ... 64 65

Comments to this Manuals

No comments